top of page
Een man, uitgerust met een laskap en lashandschoenen, last buiten een stalen frame met een elektrode.

Elektrode lassen

Elektrode lassen, ook wel bekend als booglassen met beklede elektrode, maakt gebruik van een verbruikbare elektrode, wat resulteert in een eenvoudige en efficiënte lasmethode. Deze veelzijdigheid maakt het geschikt voor zowel werkplaatsen als locatiewerk. meer

Check marker in het groen en wit

Eenvoudig & draagbaar

Check marker in het groen en wit

Geen toevoeging gas

Check marker in het groen en wit

Weer bestendig

Check marker in het groen en wit

Hoge neersmelt

mathematics-sign-minus-round-icon

Lagere lassnelheid

mathematics-sign-minus-round-icon

Handmatige bediening

mathematics-sign-minus-round-icon

Lasrook & slakvorming

mathematics-sign-minus-round-icon

Beperkte toepassing op dunne materialen

Elektrode Lassen video's

Introductie Elektrode Lassen

Introductie Elektrode Lassen
Introductie Elektrode Lassen
02:25
Video afspelen
Elektrode las instructie
01:58
Video afspelen

Elektrode lassen

Elektrode lassen ook bekend als, Booglassen met beklede Elektrode lassen (BMBE), Manual Metal Arc lassen (MMA) of SMAW (Shielded Metal Arc Welding) en is hetzelfde als elektrisch lassen. Er wordt een elektrode gebruikt die is bedekt met een laagje flux, ook wel bekend als elektrodecoating. Deze coating heeft meerdere functies, zoals het beschermen van de lasboog en het smeltbad tegen lucht, het creëren van een gaswolk die bescherming biedt tegen oxidatie en het toevoegen van legeringselementen om de lasverbinding te verbeteren. Hierbij smelt de elektrode, zonder toegevoegd beschermgas, af van een toegevoegd laselektrode. Tussen het metaal en de elektrode wordt een elektrische boog gespannen, deze boog creëert warmte die het werkstuk en de afsmeltende elektrode aan elkaar verbindt. De toegevoegde elektrode is veelal ‘bekleed’, dit dient als beschermende omhulsel voor de boog en het smeltbad. Elektrode lasapparaten zijn verkrijgbaar in een elektronisch type (inverter) of met een transformator. 

Wanneer kies je voor elektrode lassen?

MMA of BMBE lassen is de meest gangbare en eenvoudige manier van lassen. De veelzijdige wijze van dit lastype maakt het een zeer toegankelijke manier van lassen. Mede dankzij het ontbreken van gas is dit een makkelijke manier om in te stappen. De meeste doe-het-zelvers beginnen met een MMA lasapparaat. Het beschermpoeder blijft helaas wel rondom de las zitten, deze kan nadat de las is afgekoeld worden afgebikt. Met MMA-lassen maak je niet de mooiste lasnaden, maar als je de tijd van het wegwerken van de slak weghaalt is het een snelle en makkelijke manier van lassen.

Hier een kleine opsomming wanneer je het beste kan kiezen voor elektrode lassen:

  1. Draagbaarheid: Elektrode lasapparaten zijn over het algemeen draagbaar en gemakkelijk te verplaatsen, waardoor ze ideaal zijn voor gebruik op verschillende locaties en in omstandigheden waar mobiliteit belangrijk is.

  2. Veelzijdigheid: Elektrode lassen kan worden toegepast op verschillende metalen, waaronder staal, roestvrij staal, gietijzer en aluminium. Hierdoor is het een veelzijdig proces dat breed toepasbaar is.

  3. Kosten: Elektrode lassen is vaak een kosteneffectieve optie, vooral bij kleinere lasprojecten of bij het lassen van dikker materiaal. De apparatuur en elektroden zijn meestal betaalbaar en gemakkelijk verkrijgbaar.

  4. Tolerantie voor ongunstige omstandigheden: Elektrode lassen is minder gevoelig voor wind, tocht en vochtigheid dan sommige andere lasprocessen. De beklede elektrode biedt bescherming tegen lucht en oxidatie, waardoor het lassen in ruwe omstandigheden mogelijk is.

  5. Eenvoudig: Elektrode lassen is geschikt voor de doe-het-zelfer die weinig tot geen ervaring heeft met lassen.

Waar let je op als je een elektrode lasapparaat kiest?

MMA lasapparaten zijn elektronisch, een belangrijke eigenschap is het bereik van het apparaat. Dat wil zeggen, hoeveel lasstroom kan het lasapparaat genereren. En maximale dikte van elektroden kan het apparaat gebruiken. 

Gaat u dikke, zware metalen aan elkaar verbinden dan is een dikkere elektrode nodig. 

Een vuistregel onder de lassers; diameter elektrode x 40 = benodigde lasstroom. 

Hier een opsomming waar je op moet letten als je voor een elektrode lasapparaat kiest

  1. Lassnelheid: Elektrode lassen heeft over het algemeen een lagere lassnelheid in vergelijking met andere lasprocessen, zoals MIG/MAG-lassen of TIG-lassen. Dit kan resulteren in langere lastijden, vooral bij het lassen van grote werkstukken.

  2. Nabewerking: Na het elektrode lassen is vaak nabewerking nodig, zoals het verwijderen van slak en eventuele lasspatten. Dit kan extra arbeid en tijd vereisen om het gewenste eindresultaat te bereiken.

  3. Beperkte lasposities: Elektrode lassen kan beperkt zijn in termen van de lasposities waarin het kan worden uitgevoerd. Het is vaak geschikt voor lassen in vlakke of horizontale posities, maar kan uitdagender zijn in verticale of overheadposities.

  4. Beperkte toepassing op dunne materialen: Hoewel elektrode lassen geschikt is voor het lassen van dikke materialen, heeft het een beperkt bereik als het gaat om dunne materialen. Het kan moeilijker zijn om dunne platen of materialen met lage warmtegeleiding te lassen zonder overmatige vervorming of verbranding.

  5. Veel slakvorming: Tijdens het elektrode lasproces wordt er slak gevormd, een laag van gesmolten coating die op het lasoppervlak drijft. De slak moet na het lassen worden verwijderd door te hameren of te borstelen. Dit extra werk kan de productiviteit verminderen en extra reiniging vereisen.

Welke laselektrode kies je?

Rutiel laselektroden: Rutiel beklede elektroden zijn een van de meest gebruikte elektroden bij elektrode lassen. Ze bevatten een rutielhoudende coating die zorgt voor een stabiele boog, goede laseigenschappen en gemakkelijke bediening. Rutiel elektroden worden vaak gebruikt voor algemeen constructiewerk, reparaties en lassen in verschillende posities. Rutiel laselektroden zijn te onderscheiden in traag stollende-, middelmatige snel stollende-, snelstollende rutiel elektroden.
Cellulose laselektroden: Cellulose beklede elektroden bevatten een cellulosehoudende coating die zorgt voor een diepe penetratie en hogere lassnelheid. Ze produceren meer spatten en vereisen een ervaren lasser om ermee te werken. Cellulose elektroden worden vaak gebruikt voor het lassen van pijpleidingen, vooral in de olie- en gasindustrie. Neerwaartse manier van lassen.
Basische laselektroden: Basische elektroden hebben een coating op basis van calciumcarbonaat en calciumfluoride. Ze produceren weinig spatten, hebben een hoge laskwaliteit en bieden goede mechanische eigenschappen. Basische elektroden worden vaak gebruikt voor het lassen van staalconstructies, drukvaten, pijpleidingen en offshore-toepassingen. Grootste verschil is de hoge kerftaaiheid bij een lage lastemperatuur. Elke bedenkbare lasposities. Dit is wel een minder eenvoudige manier van lassen, omdat je met basische laselektroden een kortere lasboog moet houden.
IJzerpoeder beklede elektroden: IJzerpoeder beklede elektroden bevatten ijzerpoeder in hun coating, waardoor ze een hoger rendement hebben en sneller lassen mogelijk maken. Ze bieden goede lassen met hoge neersmeltsnelheid en worden vaak gebruikt voor het lassen van dikker materiaal en constructiewerk.
Roestvrijstalen elektroden: Roestvrijstalen elektroden worden gebruikt voor het lassen van roestvrij staal en bieden goede corrosiebestendigheid en laseigenschappen. Ze zijn geschikt voor het lassen van verschillende soorten roestvrij staal, zoals austenitisch roestvrij staal, duplex roestvrij staal en ferritisch roestvrij staal.

Verschillende soorten laselektrode bekleding aanduidingen:
A: IJzeroxide, zuur
AR: IJzeroxide/titaanoxide, zuur
B: (voornamelijk) Calciumcarbonaat, basisch
C: Cellulose
O: Oxiderend
R: Rutiel (weinig dik bekleed)
RR: Rutiel (veel dik bekleed)
S: Andere types

Gemiddelde waarden van de lasstroom bij elektrodelassen

De lasstroom bij elektrodelassen varieert afhankelijk van verschillende factoren, zoals het te lassen materiaal, de elektrodegrootte, de gewenste lasnaadkwaliteit en de laspositie. Er is geen vaste "gemiddelde" waarde voor lasstroom, omdat deze kan variëren van lasproject tot lasproject. Het is belangrijk om de aanbevelingen van de fabrikant van de elektrode en lasapparatuur te volgen en rekening te houden met de specificaties van het te lassen materiaal.
Over het algemeen kunnen de lasstroomwaarden variëren van enkele tientallen ampères tot enkele honderden ampères. Hier zijn enkele algemene richtlijnen voor lasstroomwaarden bij elektrodelassen:

  • Voor dunne materialen (bijv. plaatdikte tot ongeveer 3 mm) kan de lasstroom variëren van 30 ampère tot 90 ampère.

  • Voor middelmatig dikke materialen (bijv. plaatdikte tussen 3 mm en 10 mm) kan de lasstroom variëren van 70 ampère tot 150 ampère.

  • Voor dikkere materialen (bijv. plaatdikte boven 10 mm) kan de lasstroom variëren van 150 ampère tot enkele honderden ampères, afhankelijk van de specifieke toepassing.

Het is belangrijk om de lasstroom zorgvuldig aan te passen om een goede laskwaliteit te bereiken. Te lage lasstroom kan resulteren in onvoldoende penetratie en zwakke lasverbindingen, terwijl te hoge lasstroom kan leiden tot overmatige spatvorming, vervorming en slechte lasnaadkwaliteit. Het is raadzaam om proeflassen uit te voeren en de lasparameters geleidelijk aan te passen om de optimale lasstroom voor een specifieke toepassing te bepalen.

Gemiddelde waarden van de lasstroom per elektrode type

De lasstroomwaarden kunnen variëren afhankelijk van het type elektrode dat wordt gebruikt bij elektrodelassen. Elk elektrode type heeft zijn eigen aanbevolen lasstroom-bereik. Hier zijn enkele algemene richtlijnen voor de gemiddelde waarden van de lasstroom per elektrode type:

  1. Rutiel beklede elektroden: Gemiddelde lasstroomwaarden variëren meestal tussen 50 ampère en 150 ampère, afhankelijk van de elektrodegrootte en het te lassen materiaal.

  2. Basische elektroden: Gemiddelde lasstroomwaarden variëren meestal tussen 70 ampère en 200 ampère, afhankelijk van de elektrodegrootte en het te lassen materiaal.

  3. Cellulose beklede elektroden: Gemiddelde lasstroomwaarden variëren meestal tussen 80 ampère en 250 ampère, afhankelijk van de elektrodegrootte en het te lassen materiaal.

  4. IJzerpoeder beklede elektroden: Gemiddelde lasstroomwaarden variëren meestal tussen 100 ampère en 250 ampère, afhankelijk van de elektrodegrootte en het te lassen materiaal.

  5. Roestvrijstalen elektroden: Gemiddelde lasstroomwaarden variëren meestal tussen 50 ampère en 150 ampère, afhankelijk van de elektrodegrootte en het type roestvrij staal dat wordt gelast.

Het is belangrijk om de aanbevelingen van de fabrikant van de elektroden te volgen, omdat de specifieke lasstroomwaarden kunnen variëren afhankelijk van de fabrikant en het elektrode type. Daarnaast kunnen de lasparameters, zoals de lasstroom, ook worden beïnvloed door factoren zoals de materiaaldikte, de laspositie en de vereiste laskwaliteit. Het is raadzaam om proeflassen uit te voeren en de lasparameters aan te passen om de optimale lasstroom te bepalen voor een specifieke toepassing en elektrode type.

Stappenplan Elektrode lassen

Het elektrode lasproces omvat de volgende stappen:

  1. Voorbereiding: Het te lassen materiaal wordt voorbereid door het schoon te maken en eventuele roest, verf of vuil te verwijderen. Het wordt ook in de juiste positie vastgezet met behulp van klemmen of lassen.

  2. Neem altijd de juiste veiligheidsmaatregelen, draag beschermende uitrusting en werk in een geventileerde ruimte.

  3. Instellingen: Leer de juiste lasparameters en instellingen kennen, zoals lasstroom, spanning, draadsnelheid en booglengte, zie handleiding

  4. Elektrodekeuze: Afhankelijk van het te lassen materiaal en de toepassing, wordt de juiste elektrode geselecteerd. Elektroden variëren in grootte, type coating en lasprestaties.

  5. Elektrode plaatsen: De elektrode wordt in de elektrodehouder gestoken en op de juiste manier vastgeklemd.

  6. Boogontsteking: De elektrode wordt in de buurt van het werkstuk gebracht en kort tegen het oppervlak getikt om de boog te ontsteken. Zodra de boog is ontstoken, wordt de elektrode iets teruggetrokken om een stabiele boog te behouden.

  7. Lassen: Met de boog in stand gehouden, wordt de elektrode gelijkmatig langs de lasnaad bewogen. Het smeltbad wordt gecreëerd door de warmte van de boog, waardoor het te lassen materiaal smelt en zich vermengt met de elektrode. Voortbeweging tip: Beweeg de elektrode in een gelijkmatige, zwaaiende beweging langs de lasnaad.

  8. Slakverwijdering: Tijdens het lassen wordt er een slak gevormd, een beschermende laag van gesmolten coating die op het lasoppervlak drijft. Na het lassen moet de slak worden verwijderd door te hameren of borstelen.

  9. Evaluatie en nabewerking: Na het lassen wordt de kwaliteit van de lasverbinding gecontroleerd. Indien nodig kunnen er verdere bewerkingen zoals slijpen of polijsten worden uitgevoerd om de gewenste afwerking te bereiken.

Beschermingstips bij Elektrode lasssen

Bij elektrode lassen (MMA) is het belangrijk om de nodige beschermingsmaatregelen te nemen om de veiligheid van de lasser te waarborgen. Hier zijn enkele essentiële beschermingsmiddelen die worden aanbevolen tijdens het elektrode lassen:

  1. Lashelm: Een lashelm met een donker glasfilter is essentieel om de ogen en het gezicht te beschermen tegen de intense lichtboog en het lassen. De lashelm moet voldoen aan de geldende veiligheidsnormen en een goede pasvorm hebben om de blootstelling aan schadelijke straling te minimaliseren.

  2. Lashandschoenen: Lashandschoenen die gemaakt zijn van hittebestendige materialen zoals leer, bieden bescherming tegen hitte, vonken, slak en mogelijke spatten tijdens het lassen. Zorg ervoor dat de handschoenen comfortabel zitten en een goede grip bieden.

  3. Laskleding: Draag hittebestendige kleding zoals een laskiel of lasschort om de huid te beschermen tegen spatten, vonken en slak. Vermijd het dragen van synthetische materialen, omdat deze kunnen smelten en aan de huid kunnen kleven bij blootstelling aan hitte.

  4. Lasscherm: Een lasscherm of lashut kan worden gebruikt om de omgeving en andere mensen in de buurt te beschermen tegen de schadelijke effecten van de lichtboog, vonken en slak. Het helpt ook bij het creëren van een afgebakende werkruimte en het voorkomen van onbedoelde blootstelling aan lasstraling.

  5. Ademhalingsbescherming: Bij elektrode lassen komt er rook en damp vrij. Het is belangrijk om te zorgen voor voldoende ventilatie in de werkruimte om de concentratie van schadelijke stoffen te verminderen. Indien nodig kunnen ademhalingsbeschermingsmiddelen zoals een stofmasker of een laskap met ingebouwd ademhalingssysteem worden gebruikt.

  6. Gehoorbescherming: Elektrode lassen kan gepaard gaan met lawaai, vooral bij het lassen van dikke materialen. Het dragen van gehoorbescherming, zoals oordopjes of oorkappen, kan beschermen tegen gehoorbeschadiging veroorzaakt door het constante geluidsniveau.

Daarnaast is het belangrijk om een veilige werkomgeving te creëren door de werkplek vrij te houden van ontvlambare materialen, voldoende brandblusapparatuur beschikbaar te hebben en de juiste veiligheidsvoorschriften en procedures te volgen.
Het is raadzaam om te voldoen aan de lokale veiligheidsvoorschriften en advies in te winnen bij ervaren lassers of veiligheidsexperts voor specifieke richtlijnen met betrekking tot beschermingsmiddelen bij elektrode lassen.

bottom of page