top of page
Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Filler advies

Het kiezen van de juiste lasvuller is essentieel voor het behalen van duurzame, sterke lasnaden. Bij lasapparaatstore.nl bieden we inzicht in de verschillende soorten lasvullers, hun toepassingen en tips om de juiste keuze te maken. Leer hoe je lasvullers selecteert op basis van het materiaal, lasproces en andere specifieke eisen. Met ons advies kun je jouw lasprojecten naar een hoger niveau tillen en hoogwaardige lasnaden creëren. Welkom in de wereld van slimme lasvullerkeuzes!

Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Wat is een laselektrode

Een laselektrode, ook wel bekend als een lasstaaf of lasdraad, is een essentieel onderdeel bij het uitvoeren van diverse lastechnieken. Het is een metalen draad of staaf die wordt gebruikt om een lasverbinding tot stand te brengen tussen twee stukken metaal. De laselektrode wordt gevoed in de lasboog, waarbij het smelt en zich hecht aan het werkstuk, waardoor de verbinding wordt gevormd.
Er zijn verschillende soorten laselektroden, en de keuze van het juiste type elektrode is afhankelijk van het materiaal dat wordt gelast, het lasproces en de specifieke eisen van het laswerk. Hier zijn enkele veelvoorkomende soorten laselektroden: Lees meer

Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Wat is het verschil tussen rutiel, basische en cellulose elektroden?

Rutiel, basische en cellulose laselektroden zijn verschillende typen beklede elektroden die worden gebruikt in het beklede elektrode-lassen (Shielded Metal Arc Welding of SMAW). Ze onderscheiden zich door de samenstelling van de bekleding en hebben elk specifieke eigenschappen en toepassingen. De keuze voor het juiste type elektrode hangt af van factoren zoals het materiaal dat wordt gelast, de dikte van het materiaal, de laspositie en de gewenste laskwaliteit. Hier is een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen deze elektroden: Lees meer

Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Welke laselektrode voor welke dikte?

De keuze van de laselektrode hangt niet alleen af van de dikte van het te lassen materiaal, maar ook van andere factoren, zoals het type materiaal, de lasmethode, de laspositie en de gewenste laskwaliteit. Bovendien kunnen de lasparameters, zoals de lasstroom en spanning, worden aangepast op basis van de elektrodediameter en de dikte van het materiaal. Het is essentieel om de aanbevelingen van de elektrodefabrikant en de juiste lasprocedures te volgen om de juiste laskwaliteit en sterkte te bereiken. Lees meer

Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Zijn er verschillen tussen de elektroden die worden gebruikt bij MIG-lassen en MAG-lassen?

MIG (Metal Inert Gas) en MAG (Metal Active Gas) zijn beide draadvoeraanlasprocessen die vaak worden gebruikt in de metaalindustrie voor het lassen van diverse materialen, zoals staal, roestvast staal en aluminium. Het belangrijkste verschil tussen MIG- en MAG-lassen ligt in het type beschermgas dat wordt gebruikt, wat ook invloed heeft op de keuze van de laselektrode (lasdraad). Hier is een uitleg van het verschil:
Lees meer

Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Welke laselektroden moet ik gebruiken?

Het type laselektroden dat je moet gebruiken, hangt af van verschillende factoren, waaronder het materiaal dat je aan het lassen bent, het lasproces dat je gebruikt, de laspositie en de gewenste laskwaliteit. Het is belangrijk om de aanbevelingen van de fabrikant van de elektroden en de instructies voor het specifieke lasproces te volgen. Daarnaast kan het raadzaam zijn om advies in te winnen bij ervaren lassers of een technisch specialist om de juiste elektrode voor je specifieke lasproject te bepalen. Hier zijn enkele algemene richtlijnen: Lees meer

Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Welke laselektrode gebruik je bij welke las-methode?

De keuze van de laselektrode hangt af van de lasmethode, het materiaal dat wordt gelast, de laspositie en de specifieke eisen van het laswerk. Hier zijn enkele veelvoorkomende lasmethoden en welke laselektroden vaak bij elke methode worden gebruikt: Lees meer
- Beklede elektrode-lassen (SMAW)
- MIG-lassen (GMAW)
- TIG-lassen (GTAW)
- Onderpoeder-lassen (SAW)

Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Welke type elektrode gebruik je bij TIG lassen?

Tungsten Inert Gas (TIG) lassen maakt gebruik van een wolfraamelektrode die niet afsmelt en fungeert als een elektrische geleider om de lasboog te creëren. Er zijn verschillende soorten wolfraamelektroden die geschikt zijn voor TIG-lassen, elk met zijn eigen kenmerken en toepassingen. De keuze van de wolfraamelektrode hangt af van het type materiaal dat wordt gelast en de lasomstandigheden. Hier zijn enkele veelvoorkomende soorten wolfraamelektroden voor TIG-lassen: Lees meer

Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Wat zijn poederdek elektrodes?

Een poederdeklaselektrode is een specifiek type elektrode dat wordt gebruikt in het lassen, en het verschilt van traditionele beklede elektroden. Poederdeklaselektroden zijn ontworpen om lasverbindingen te maken met behulp van een speciale technologie die poeder aan de las toevoegt. Hier is wat meer informatie over poederdek-laselektroden: Lees meer

Lasser die op een dak aan het werk is

Klanten zeggen

"De website was overzichtelijk en gemakkelijk te navigeren, waardoor ik snel het juiste lasapparaat kon vinden dat aan mijn behoeften voldeed"
Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Wat is een laselektrode

Een laselektrode, ook wel bekend als een lasstaaf of lasdraad, is een essentieel onderdeel bij het uitvoeren van diverse lastechnieken. Het is een metalen draad of staaf die wordt gebruikt om een lasverbinding tot stand te brengen tussen twee stukken metaal. De laselektrode wordt gevoed in de lasboog, waarbij het smelt en zich hecht aan het werkstuk, waardoor de verbinding wordt gevormd.

Er zijn verschillende soorten laselektroden, en de keuze van het juiste type elektrode is afhankelijk van het materiaal dat wordt gelast, het lasproces en de specifieke eisen van het laswerk. Hier zijn enkele veelvoorkomende soorten laselektroden:

  1. Beklede elektroden (SMAW - Shielded Metal Arc Welding):

    • Deze elektroden hebben een bekleding (meestal met een laagje flux) die smelt en een beschermende gaswolk vormt om de lasboog te beschermen tegen atmosferische verontreinigingen. Ze worden vaak gebruikt voor algemene toepassingen.

  2. MIG- en MAG-lasdraden (GMAW - Gas Metal Arc Welding):

    • Deze draden worden gebruikt in proces waarbij een continue draad wordt gevoed en een beschermend gas (meestal argon of een mengsel) wordt gebruikt om de lasboog te beschermen.

  3. TIG-staven (GTAW - Gas Tungsten Arc Welding):

    • Deze dunne staven worden gebruikt in TIG-lassen, waarbij een niet-afsmeltende wolfraamelektrode wordt gebruikt in combinatie met een apart toevoegmateriaal als dat nodig is.

De keuze van de laselektrode is cruciaal voor het behalen van de gewenste lasresultaten, zoals sterkte, laskwaliteit en duurzaamheid. Het is belangrijk om de juiste elektrode te selecteren op basis van factoren zoals het te lassen materiaal, de lasomstandigheden en de vereiste laseigenschappen. De specificaties en aanbevelingen van de elektrodefabrikant moeten altijd worden opgevolgd om een succesvolle lasverbinding te garanderen.

Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Welke laselektroden moet ik gebruiken?

Het type laselektroden dat je moet gebruiken, hangt af van verschillende factoren, waaronder het materiaal dat je aan het lassen bent, het lasproces dat je gebruikt, de laspositie en de gewenste laskwaliteit. Hier zijn enkele algemene richtlijnen:

  1. Type materiaal:

    • Voor staalconstructies wordt vaak een elektrode met een E-nummer (bijvoorbeeld E6011, E7018) gebruikt.

    • Roestvast staal vereist elektroden die specifiek zijn ontworpen voor roestvast staal (bijvoorbeeld E308, E316).

  2. Lasproces:

    • Elektroden zijn specifiek ontworpen voor bepaalde lasprocessen, zoals beklede elektroden voor booglassen met elektrode (SMAW), MIG/MAG-draad voor MIG-lassen, TIG-staven voor TIG-lassen, enzovoort.

  3. Laspositie:

    • Sommige elektroden zijn geschikter voor specifieke lasposities, zoals horizontaal, verticaal, overhead, of neergaand lassen. Zorg ervoor dat de elektrode geschikt is voor de beoogde laspositie.

  4. Laskwaliteit:

    • Als je een hoge laskwaliteit nodig hebt, gebruik dan elektroden die voldoen aan de vereiste normen en specificaties.

  5. Dikte van het materiaal:

    • Dikkere materialen vereisen over het algemeen elektroden met een grotere diameter.

  6. Lasspanning en stroom:

    • Raadpleeg de specificaties van de elektrode en pas de lasparameters aan volgens de aanbevelingen van de fabrikant.

  7. Laseigenschappen:

    • Houd rekening met de laseigenschappen, zoals de neiging tot slakvorming, spatten en dekenstabiliteit, wanneer je een elektrode kiest.

 

Het is belangrijk om de aanbevelingen van de fabrikant van de elektroden en de instructies voor het specifieke lasproces te volgen. Daarnaast kan het raadzaam zijn om advies in te winnen bij ervaren lassers of een technisch specialist om de juiste elektrode voor je specifieke lasproject te bepalen.

​

Hier is een beknopte lijst die je kan hanteren als je wilt weten welke laselektrode je nodig hebt:

  1. Rutiel laselektroden:

    • Rutiel elektroden hebben een bekleding die rijk is aan rutiel, een mineraal dat titaniumdioxide bevat.

    • Ze zijn gemakkelijk te herkennen aan hun rode of roze bekleding.

    • Rutielelektroden zijn ideaal voor algemene toepassingen en worden vaak gebruikt voor lassen van staalconstructies, plaatwerk en pijpen.

    • Ze staan bekend om hun soepele boog en de productie van goed afgewerkte lassen met weinig spatten.

    • Deze elektroden zijn geschikt voor zowel horizontaal als verticaal lassen.

  2. Basische laselektroden:

    • Basische elektroden hebben een bekleding die gebaseerd is op calciumcarbonaat of calciumfluoride.

    • Ze hebben meestal een witachtige of grijze bekleding.

    • Basische elektroden zijn geschikt voor het lassen van dikker staal en toepassingen waar diepere penetratie vereist is.

    • Ze produceren hoge neersmeltsnelheden en zijn effectief in het lassen van zwaardere constructies, scheepsbouw en pijpleidingen.

    • Deze elektroden vereisen zorgvuldige opslag en droge omstandigheden omdat ze gevoelig zijn voor vocht.

  3. Cellulose laselektroden:

    • Cellulose elektroden hebben een bekleding op basis van cellulose of cellulose-achtige materialen.

    • Ze hebben vaak een lichtgrijze of witte bekleding.

    • Cellulose elektroden bieden diepe laspenetratie en zijn geschikt voor verticaal en bovenhands lassen.

    • Ze worden vaak gebruikt in de olie- en gasindustrie voor het lassen van pijpleidingen en het leggen van offshore-constructies.

    • Deze elektroden produceren meer spatten en rook in vergelijking met rutiel en basische elektroden.

 

Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Wat is het verschil tussen rutiel, basische en cellulose elektroden?

utiel, basische en cellulose laselektroden zijn verschillende typen beklede elektroden die worden gebruikt in het beklede elektrode-lassen (Shielded Metal Arc Welding of SMAW) en elk heeft zijn eigen kenmerken en toepassingen. Hier is een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen deze elektroden:

  1. Rutiel elektroden:

    • Rutielelektroden worden gekenmerkt door de aanwezigheid van een rutielbekleding op de elektrode.

    • Ze zijn over het algemeen gemakkelijk te gebruiken en geschikt voor lassers van alle niveaus, inclusief beginners.

    • Rutielelektroden produceren een gladde en goed afgewerkte las met weinig spatten.

    • Ze hebben goede laseigenschappen in zowel vlakke als neergaande lassen.

    • Deze elektroden zijn geschikt voor het lassen van dunne platen en hebben een goede boogstabiliteit.

    • Ze worden vaak gebruikt voor algemene constructiewerkzaamheden en lassen van staalconstructies.

  2. Basische elektroden:

    • Basische elektroden hebben een bekleding op basis van calciumcarbonaat of calciumfluoride.

    • Ze produceren hoge neersmeltsnelheden en diepe penetratie, wat hen geschikt maakt voor het lassen van dikker staal.

    • Basische elektroden kunnen gevoeliger zijn voor vocht en vereisen goede opslagomstandigheden.

    • Ze worden vaak gebruikt in zwaardere constructietoepassingen, scheepsbouw en pijpleidinglassen.

  3. Cellulose elektroden:

    • Cellulose elektroden hebben een bekleding op basis van cellulose of cellulose-achtige materialen.

    • Ze produceren diepe penetratie en zijn geschikt voor verticaal en bovenhands lassen.

    • Cellulose elektroden creëren meer spatten en rook in vergelijking met rutiel en basische elektroden.

    • Ze worden vaak gebruikt in de olie- en gasindustrie voor het lassen van pijpleidingen en het leggen van offshore-constructies.

 

De keuze tussen deze elektrodetypen hangt af van de specifieke eisen van het laswerk, zoals het type materiaal, de dikte van het materiaal, de laspositie en de gewenste laskwaliteit. Het is belangrijk om de aanbevelingen van de fabrikant en de juiste lasprocedures te volgen bij het selecteren en gebruiken van deze elektroden.

​

Elk type laselektrode, of het nu rutiel, basisch of cellulose is, heeft zijn eigen set voordelen en nadelen, afhankelijk van de specifieke toepassingen en lasbehoeften. Hier zijn de typische voordelen en nadelen van elk type elektrode:

Rutiel laselektroden:

Voordelen:

  1. Eenvoudig in gebruik: Rutiel elektroden zijn geschikt voor lassers van alle niveaus, inclusief beginners, vanwege hun gemak in gebruik.

  2. Weinig spatten: Ze produceren over het algemeen minder spatten en leveren een schone en gladde las.

  3. Geschikt voor dunne materialen: Ze zijn geschikt voor het lassen van dunne platen vanwege hun goede boogstabiliteit en controle.

  4. Goede laseigenschappen: Ze werken goed in zowel horizontale als verticale lassen.

Nadelen:

  1. Minder diepe penetratie: Rutielelektroden hebben over het algemeen minder diepe laspenetratie in vergelijking met basische elektroden.

  2. Beperkte toepassing voor zwaar constructiewerk: Ze zijn mogelijk minder geschikt voor zwaardere constructiewerkzaamheden en lassen van dikke materialen.

 

Basische laselektroden:

Voordelen:

  1. Diepe penetratie: Basische elektroden hebben de mogelijkheid om diep door te dringen in dikker staal, waardoor ze geschikt zijn voor zwaardere constructietoepassingen.

  2. Hoge neersmeltsnelheden: Ze hebben hogere lasproductiviteit vanwege hun hogere neersmeltsnelheden.

  3. Goede mechanische eigenschappen: Ze kunnen lassen met uitstekende mechanische eigenschappen produceren.

Nadelen:

  1. Gevoelig voor vocht: Basische elektroden zijn gevoeliger voor vocht en vereisen strikte opslagomstandigheden om de prestaties te behouden.

  2. Beperktere laskwaliteit: Ze kunnen moeilijker te beheersen zijn bij het verkrijgen van een esthetisch aantrekkelijke las.

 

Cellulose laselektroden:

Voordelen:

  1. Diepe penetratie: Cellulose elektroden bieden diepe laspenetratie en zijn geschikt voor verticale en bovenhandse lassen.

  2. Geschikt voor vervuilde materialen: Ze zijn beter bestand tegen verontreinigingen in het materiaal in vergelijking met andere elektroden.

Nadelen:

  1. Meer spatten en rook: Cellulose elektroden produceren doorgaans meer spatten en rook, wat de werkplekomstandigheden kan beïnvloeden.

  2. Minder controle: Ze kunnen moeilijker te beheersen zijn, vooral voor beginners, en resulteren soms in minder aantrekkelijke lassen.

  3. Beperkt gebruik: Ze zijn meest geschikt voor specifieke toepassingen, zoals pijpleidinglassen en offshore-constructies.

 

Het is essentieel om de elektrode te selecteren die het beste past bij het materiaal, de dikte, de laspositie en de gewenste laskwaliteit. Bovendien is het volgen van de juiste lasprocedures en praktijken cruciaal om de voordelen van elk type elektrode te maximaliseren.

Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Welke laselektrode gebruik je bij welke lasmethode?

De keuze van de laselektrode hangt af van de lasmethode, het materiaal dat wordt gelast, de laspositie en de specifieke eisen van het laswerk. Hier zijn enkele veelvoorkomende lasmethoden en welke laselektroden vaak bij elke methode worden gebruikt:

  1. Beklede elektrode-lassen (SMAW):

    • Bij beklede elektrode-lassen worden specifieke laselektroden gebruikt op basis van het te lassen materiaal en de gewenste laskwaliteit.

    • Voor algemene staalconstructies worden rutiel elektroden zoals E6013 of E7018 vaak gebruikt.

    • Voor roestvast staal worden elektroden zoals E308 of E316 gebruikt.

    • Voor het lassen van aluminium zijn er speciale elektroden beschikbaar, zoals E4043.

  2. MIG-lassen (GMAW):

    • MIG-lassen maakt gebruik van een continue draad en een beschermend gas, en de draad fungeert als elektrode.

    • Voor staal wordt meestal koolstofstaaldraad (bijv. ER70S-6) gebruikt.

    • Roestvast staal vereist roestvaststalen draad (bijv. ER308) en een geschikt beschermend gas.

    • Voor aluminium worden aluminiumdraden (bijv. ER4043) gebruikt met argon of menggassen.

  3. TIG-lassen (GTAW):

    • TIG-lassen maakt gebruik van een niet-afsmeltende wolfraamelektrode en een apart toevoegmateriaal, indien nodig.

    • Voor staal wordt een thorium- of ceriumgedoteerde wolfraamelektrode gebruikt, zoals WT20 of WC20.

    • Voor roestvast staal kunnen wolfraamelektroden zoals E308 of E316 worden gebruikt.

    • Voor aluminium worden zuivere wolfraamelektroden (WP) of zeldzame aardwolfraamelektroden (bijv. lanthaan-gedoteerd) gebruikt.

  4. Onderpoeder-lassen (SAW):

    • Onderpoeder-lassen maakt gebruik van een continue draad en een laag poeder om de boog te beschermen.

    • Verschillende soorten elektroden en poeders worden gebruikt voor staal, roestvast staal, enz., afhankelijk van de specificaties van het laswerk.

De juiste laselektrode hangt ook af van de gewenste laskwaliteit, de laspositie (horizontaal, verticaal, bovenhands, etc.) en de omgevingsomstandigheden. Het is van vitaal belang om de aanbevelingen van de fabrikant en de juiste lasprocedures te volgen om veilige en duurzame lasverbindingen te bereiken.

Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Welke laselektrode voor welke dikte?

De keuze van de laselektrode hangt niet alleen af van de dikte van het te lassen materiaal, maar ook van andere factoren, zoals het type materiaal, de lasmethode, de laspositie en de gewenste laskwaliteit. Hier zijn enkele algemene richtlijnen voor het selecteren van laselektroden op basis van de dikte van het materiaal:

  1. Dun materiaal (minder dan 3 mm):

    • Voor dun materiaal, zoals dunne plaat, kan een laselektrode met een kleinere diameter geschikt zijn. Bijvoorbeeld, voor beklede elektrode-lassen met een elektrodediameter van 2,5 mm (1/8 inch) kan geschikt zijn.

  2. Medium materiaal (3 mm tot 12 mm):

    • Voor materiaal van gemiddelde dikte zijn laselektroden met een diameter van 3,2 mm (1/8 inch) tot 4,0 mm (5/32 inch) vaak geschikt.

  3. Dik materiaal (meer dan 12 mm):

    • Voor dik materiaal heb je over het algemeen grotere elektrodediameters nodig. Elektroden met een diameter van 4,8 mm (3/16 inch) tot 6,4 mm (1/4 inch) kunnen geschikt zijn.

 

Het is belangrijk op te merken dat deze richtlijnen slechts algemene suggesties zijn. De keuze van de laselektrode hangt ook af van andere factoren, zoals het type materiaal (bijv. staal, roestvast staal, aluminium), de lasmethode (SMAW, GMAW, GTAW), de laspositie (horizontaal, verticaal, bovenhands) en de specifieke eisen van het laswerk.

​

Bovendien kunnen de lasparameters, zoals de lasstroom en spanning, worden aangepast op basis van de elektrodediameter en de dikte van het materiaal. Het is essentieel om de aanbevelingen van de elektrodefabrikant en de juiste lasprocedures te volgen om de juiste laskwaliteit en sterkte te bereiken. Het raadplegen van ervaren lassers of een technisch specialist voor specifieke lasprojecten kan ook nuttig zijn.

Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Welke type elektrode gebruik je bij TIG lassen?

Tungsten Inert Gas (TIG) lassen maakt gebruik van een wolfraamelektrode die niet afsmelt en fungeert als een elektrische geleider om de lasboog te creëren. Er zijn verschillende soorten wolfraamelektroden die geschikt zijn voor TIG-lassen, elk met zijn eigen kenmerken en toepassingen. De keuze van de wolfraamelektrode hangt af van het type materiaal dat wordt gelast en de lasomstandigheden. Hier zijn enkele veelvoorkomende soorten wolfraamelektroden voor TIG-lassen:

  1. Zuivere wolfraamelektroden (WP):

    • Deze elektroden bestaan uit puur wolfraam en hebben een groene markering.

    • Ze worden gebruikt voor het TIG-lassen van non-ferrometalen zoals aluminium en magnesium.

    • Zuivere wolfraamelektroden hebben een zeer hoge smelttemperatuur en zijn geschikt voor het lassen van metalen met een lage smelttemperatuur.

  2. Thorium-gedoteerde wolfraamelektroden (WT):

    • Deze elektroden zijn gedoteerd met thorium, wat de ontstekings- en lasprestaties verbetert.

    • Ze hebben een rode markering en worden vaak gebruikt voor het TIG-lassen van staal en roestvast staal.

    • Thorium-gedoteerde elektroden zijn geschikt voor gelijkstroomlassen (DC) en hebben een lange levensduur.

  3. Cerium-gedoteerde wolfraamelektroden (WC):

    • Cerium-gedoteerde elektroden hebben een oranje markering en zijn geschikt voor zowel wisselstroomlassen (AC) als gelijkstroomlassen (DC).

    • Ze worden vaak gebruikt voor het TIG-lassen van lichtmetalen, roestvast staal en koolstofstaal.

    • Deze elektroden bieden goede ontstekings- en stabiliteitsprestaties.

  4. Lanthaan-gedoteerde wolfraamelektroden (WL):

    • Lanthaan-gedoteerde elektroden hebben een gouden markering en worden gebruikt voor zowel AC- als DC-lassen.

    • Ze zijn geschikt voor het TIG-lassen van roestvast staal, aluminium en koolstofstaal.

    • Lanthaan-gedoteerde elektroden bieden goede ontstekingskenmerken en stabiliteit.

De keuze voor het juiste type wolfraamelektrode hangt af van het te lassen materiaal, de lasmethode, de laspositie en de gewenste laskwaliteit. Het is belangrijk om de aanbevelingen van de elektrodefabrikant te volgen en de juiste lasparameters in te stellen voor een succesvol TIG-lasproces.

Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Zijn er verschillen tussen de elektroden die worden gebruikt bij MIG-lassen en MAG-lassen?

MIG (Metal Inert Gas) en MAG (Metal Active Gas) zijn beide draadvoeraanlasprocessen die vaak worden gebruikt in de metaalindustrie voor het lassen van diverse materialen, zoals staal, roestvast staal en aluminium. Het belangrijkste verschil tussen MIG- en MAG-lassen ligt in het type beschermgas dat wordt gebruikt, wat ook invloed heeft op de keuze van de laselektrode (lasdraad). Hier is een beknopte uitleg van het verschil:

MIG-lassen (Metal Inert Gas):

  • MIG-lassen maakt gebruik van inerte gassen zoals argon of helium als beschermgas om de lasboog te beschermen tegen atmosferische verontreinigingen.

  • Bij MIG-lassen wordt meestal een inerte elektrode (de wolfraamelektrode) gebruikt, die niet afsmelt en alleen dient als elektrische geleider om de lasboog te creëren.

  • De toevoegdraad of lasdraad, die het eigenlijke materiaal toevoegt aan de las, wordt continu gevoed via een laspistool.

MAG-lassen (Metal Active Gas):

  • MAG-lassen maakt gebruik van actieve beschermgassen, zoals koolstofdioxide (CO2) of menggassen zoals argon/CO2, om de lasboog te beschermen.

  • Bij MAG-lassen wordt een massieve lasdraad (laselektrode) gebruikt als elektrische geleider en voor het toevoegen van materiaal aan de las.

  • De keuze van de laselektrode (lasdraad) varieert afhankelijk van het te lassen materiaal en de lasomstandigheden. Er zijn verschillende soorten laselektroden voor MAG-lassen, zoals koolstofstaaldraad, roestvaststalen draad, aluminiumdraad, enz.

 

Samengevat, het belangrijkste verschil tussen MIG- en MAG-lassen ligt in het type beschermgas dat wordt gebruikt. In MIG-lassen wordt een inerte elektrode gebruikt met inert gas, terwijl in MAG-lassen een actieve elektrode (laselektrode) wordt gebruikt met actief gas. De keuze van de laselektrode voor MAG-lassen is afhankelijk van het te lassen materiaal, terwijl MIG-lassen geen specifieke laselektrode gebruikt, omdat de lasdraad alleen als materiaaltoevoeging dient.

Een spoel met rode lasdraad en een rechthoekige doos waarin elektroden worden bewaard.

Wat zijn poederdek elektrodes?

Een poederdeklaselektrode is een specifiek type elektrode dat wordt gebruikt in het lassen, en het verschilt van traditionele beklede elektroden. Poederdeklaselektroden zijn ontworpen om lasverbindingen te maken met behulp van een speciale technologie die poeder aan de las toevoegt. Hier is wat meer informatie over poederdeklaselektroden:

  1. Poederdektechnologie: Poederdeklaselektroden maken gebruik van een beklede elektrode met een speciale poedercoating. Deze poedercoating bestaat meestal uit een mengsel van metallische en niet-metallische poeders die tijdens het lassen smelten en zich vermengen met het smeltbad.

  2. Toepassingen: Poederdeklaselektroden worden vaak gebruikt in de procesindustrie voor het lassen van materialen zoals staal, roestvast staal, en soms non-ferrometalen. Ze zijn geschikt voor het lassen van dikke materialen en het creëren van diepe lasverbindingen.

  3. Voordelen: Het gebruik van poederdeklassen heeft enkele voordelen, waaronder een hogere neersmeltsnelheid, diepere penetratie, betere lasnaden in vergelijking met conventionele beklede elektroden, en een efficiëntere lasproductiviteit. En tijdens het lasproces komen geen lasspetters vrij, wat het de lasser mogelijk maakt om op een schone en efficiënte manier te werken.

  4. Nadelen: Tijdens het poederdeklasproces is de lasser beperkt in de keuze van lasposities, waardoor deze techniek minder geschikt is voor complexe producten.

  5. Uitdagingen: Het gebruik van poederdeklassen vereist over het algemeen geavanceerdere lasapparatuur en expertise. Bovendien kunnen deeltjes van het smeltende poeder potentieel gevaarlijke dampen genereren, dus is goede ventilatie en persoonlijke beschermingsmiddelen belangrijk.

 

Het gebruik van poederdeklaselektroden is niet zo wijdverspreid als dat van traditionele beklede elektroden, maar ze worden vaak gebruikt in specifieke industriële toepassingen waar hoge lasprestaties en productiviteit essentieel zijn. De keuze voor het gebruik van poederdeklaselektroden hangt af van de specifieke vereisten en het materiaal dat wordt gelast. Het is belangrijk om de aanbevelingen van de fabrikant en de juiste lasprocedures te volgen bij het werken met poederdeklaselektroden.

bottom of page